Heerlijk elektrisch varen door het Rotterdamse Delfshaven en ondertussen het afval dat je tegenkomt automatisch opruimen: dat is iKapitein, het bootverhuurbedrijf van Wesley Dos Santos. Althans, dat is het bijna, want de huidige boot van iKapitein vaart nog op benzine. Maar eind vorig jaar won Wesley de RET Aardig Onderweg Award, de prijs voor een veelbelovend initiatief dat de regio Rotterdam mooier, slimmer of duurzamer maakt. Hij kreeg 25.000 euro om zijn plan te helpen realiseren. ‘Komende zomer moeten we een elektrische boot hebben, waar de ingebouwde vuilvanger in zit,’ zegt hij trots.
Het begon zo’n drie jaar geleden, toen Wesley met zijn vriendin over de wateren van Alblasserdam voer. Hij had niets met boten, maar het gevoel om je eigen koers te kunnen bepalen beviel zo goed, dat ze besloten zelf een boot te kopen. ‘We hadden gespaard voor een auto,’ vertelt hij, ‘maar kochten in plaats daarvan een boot en begonnen het verhuurbedrijf.’ Niet zonder succes: als de zon schijnt, is de boot altijd bezet. Wesley merkte de keerzijde van de drukte: mensen laten de boot niet altijd netjes achter en op het water zag hij overal zwerfafval. Daarom besloot hij een botenbouwer om de hoek te vragen of ze een vuilvanger konden bouwen, en ook maar meteen een elektrische boot. ‘Ze waren direct enthousiast,’ vertelt Wesley. ‘Op de boot komt een tablet, met informatie over bezienswaardigheden waar je langs kunt varen, zoals de Van Nelle Fabriek. Ook kun je erop zien hoeveel gram zwerfvuil je hebt opgehaald tijdens je tocht. Maandelijks maken we bekend welk koppel of welke groep vrienden of collega’s het meeste afval heeft opgehaald. Ik wil zorgen voor bewustwording, maar wel op een leuke manier.’ Over de vraag wat met het opgehaalde afval moet gebeuren, is Wesley druk in gesprek met de gemeente.
‘Het liefst zou ik er producten van laten maken, misschien een navulfles die is gemaakt van gerecycled plastic uit de Rotterdamse binnenwateren.’ Duurzaamheid is niet een thema waar Wesley, die meerdere ondernemingen runt, zich altijd al mee heeft beziggehouden, maar hij denkt wel bewust na over keuzes. ‘In alles wat ik doe, ga ik terug naar de kern. Wie ben ik en hoe wil ik dat mensen over me praten als ik er niet meer ben? Ik wil die guy zijn die een stukje hoop achterlaat.’
In augustus werd de eerste collectie gelanceerd en nu al liggen de vegan tassen van Osier in pop-upshops in Amsterdam en New York. Toch kan het oprichter Theresa Jentzsch niet snel genoeg gaan. ‘Ik heb de afgelopen jaren zo hard gewerkt om dit te lanceren, dat ik soms even vergeet dat het tijd kost voordat mensen je leren kennen.’ Anderhalf jaar was ze bezig met de voorbereiding: de zoektocht naar geschikt materiaal, het ontwerpen en ontwikkelen van prototypes en het vinden van een fabriek die aan haar strenge eisen zou voldoen. ‘Voor mij moest het hele plaatje kloppen. Niet alleen moest de collectie gemaakt worden zonder dierenleed, maar ook met oog voor mens en milieu. Ik heb geen achtergrond in de fashion en vond het verbijsterend onder welke vreselijke omstandigheden veel kleding wordt gemaakt. De meeste consumenten zijn hier niet eens van op de hoogte. Transparantie is dan ook een van mijn belangrijkste pijlers.’
Theresa probeerde altijd al zo duurzaam mogelijk te leven, maar het roer ging echt om nadat ze de documentaire Cowspiracy gezien had. ‘Mijn roze bubbel ging stuk. Ik at alleen maar biologisch, maar dat vlees eten zó slecht was voor het milieu wist ik niet.’ Daarbij kwam ze erachter dat leer geen restproduct is. ‘Door de manier waarop koeien geslacht worden, is het vel niet meer geschikt voor leerproductie. Koeien worden speciaal gefokt voor het leer en bovendien worden bij het looien vreselijk veel chemicaliën gebruikt die schadelijk zijn voor het milieu.’ Theresa werd veganist en besloot zich te richten op duurzaam ondernemerschap. ‘Ondernemen zit in mijn bloed, maar ik wist nog niet zo goed wat ik zou gaan doen. Tot dat moment.’ Ondertussen heeft ze ook een fulltime baan. ‘Het is ontzettend duur om je eigen label te starten, dus ik kon niet zonder baan. Niet alleen moet je investeren in de ontwikkeling van je product en de materialen, maar ik wilde eigenhandig zien of de werknemers die onze tassen maken in de fabriek in Roemenië goed behandeld worden.’ Ondertussen blijft ze zoeken naar de beste, meest duurzame materialen om mee te werken. ‘Ik ben nu bezig met een prototype voor een tas van ‘appelleer’, dat wordt gemaakt van het restproduct van appels die geperst worden voor appelsap. Er is zoveel moois gaande in de duurzaamheidsmovement!’ Theresa’s gouden tip voor een groener leven? ‘Wees lief voor jezelf. Kijk naar de kleine dingen die je kunt doen, zonder dat het je hele leven overneemt.’
‘Waarom kan ik paprika’s niet direct bij de boer kopen?’ dacht Maarten Bouten, toen hij tijdens zijn studententijd in Delft uitkeek over de kassen van het Westland. ‘Kan ik een systeem bedenken, zodat de supermarkt niet tussen de boer en de consument hoeft in te zitten?’ Maarten kroop achter de tekentafel en begon in 2013 met Rechtstreex: een platform waar consumenten direct bij boeren uit de omgeving van Rotterdam kunnen bestellen. ‘De principes waarop de voedselketen op dit moment is gebaseerd, zijn heel raar,’ legt Maarten uit. ‘Jarenlang heeft de supermarkt ons geleerd dat prijs het belangrijkste is bij het kopen van eten. Geld dat je besteedt in de supermarkt heeft veel invloed op de keten erachter, maar als consument heb je daar totaal geen zicht op. Met Rechtstreex willen we een menselijker voedselketen organiseren, waarbij niet alleen prijs belangrijk is, maar vooral kwaliteit en smaak.’ De grootste fout die Maarten sinds de start heeft gemaakt, was te vroeg pieken. ‘We zijn veel te vroeg gaan groeien,’ legt hij uit. ‘In Rotterdam begon het snel te lopen: we hadden snel ook een winkel, een productiekeuken en een lunchabonnement. We gingen hetzelfde opzetten in Utrecht en Eindhoven. Uit de berekeningen in Excel bleek dat het allemaal haalbaar was, maar de praktijk bleek anders. We moesten weer terugschalen.’ Een pijnlijke beslissing. ‘Het was van de ene kant een enorme teleurstelling, maar van de andere kant een noodzakelijk kwaad. Als ik toen die beslissing niet genomen had, hadden we nu niet meer bestaan.’ Maarten ging terug naar de kern: producten van boeren uit de omgeving van Rotterdam direct bij consumenten terecht krijgen.
Op dit moment heeft Rechtstreex honderd leveranciers, dertig wijkchefs (waar klanten hun bestelling kunnen ophalen), vijftien collega’s en een paar duizend klanten. ‘De logistieke operatie blijft de grootste uitdaging,’ zegt hij. ‘Pas geleden nog werd onverwacht de huur van ons verzamelpunt opgezegd. We vonden gelukkig snel een nieuw pand, maar voor de inrichting daarvan was er niet genoeg geld. Dankzij crowdfunding van onze betrokken klanten, is het gelukt om een nieuw distributiecentrum in te richten.’ Hoe betrokken de klanten ook zijn, Maarten is nog lang niet klaar. ‘We hebben veel klanten, maar als je dat op landelijke schaal bekijkt is het niks. Ik blijf erover nadenken hoe we dit systeem toegankelijk kunnen maken voor meer mensen. Ik wil geen impact van nul.’
Het aantal duurzame start-ups in Nederland is bij lange na niet op een hand te tellen. Een kleine greep uit de lijst groene entrepreneurs die ook lekker bezig zijn!