Vrouwenquotum: yay or nay_212

Quotum: Yay or nay?

Eens in de zoveel tijd popt er een nieuwsbericht op over vrouwen in hoge functies. Dat het maar niet wil vlotten in Nederland, terwijl er wel veel hoogopgeleide vrouwen zijn. Hoe komt dat toch? En wat is de oplossing?

 

Tekst: Fleur Baxmeier

Laten we beginnen met wat goed nieuws. Nederland staat al járen in de top-tien van meest concurrerende economieën wereldwijd. Hongkong, Zweden, Denemarken, het Verenigd Koninkrijk. Het zijn niet de minsten die we achter ons laten als het gaat om onder meer infrastructuur, innovatiekracht, kwaliteit van onderwijs en de mogelijkheden om in korte tijd ondernemingen te kunnen oprichten. Een wapenfeit dat we als kleinduimpje mooi in onze zak kunnen steken, maar er is iets wat wringt. Want: waar zijn de vrouwen in dit verhaal? Het antwoord: die zijn er niet. Of amper. ‘We’ staan weliswaar aan de economische top, maar dat wij-gevoel betreft vooral de Nederlandse mannen. Alle jaren van emancipatie ten spijt zijn vrouwen nog steeds zwaar ondervertegenwoordigd in hoge functies. Een probleem dat het hele arbeidsspectrum beslaat. Kijk voor de grap maar eens naar een overzicht van meest verdienende werknemers in organisaties met minstens vijfhonderd werknemers. Twintig procent vrouw tegen tachtig procent man! Da’s niet een beetje uit verhouding, maar een totale disbalans.

 

Ga je schamen

Positivo’s bekijken het van een andere kant, want het aandeel vrouwen in de top van grote bedrijven neemt de afgelopen jaren eindelijk een beetje toe. Vijftien procent van de topfuncties in raden van bestuur worden inmiddels gevuld door vrouwen én er is een stijgende lijn te zien in de top van de rijksoverheid en onder hoogleraren. Daar staat tegenover dat er in 2018 nul (!) topvrouwen bij kwamen in het beursgenoteerde bedrijfsleven en zowel het percentage vrouwelijke bestuurders (zes procent) als vrouwelijke commissarissen (25 procent) vorig jaar niet toenam. ‘Dit is een van de gênantste dossiers op mijn bureau,’ zei minister Ingrid van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vorig jaar in het AD over het gebrek aan vrouwen in de top van grote Nederlandse bedrijven. Ze nagelde onder meer ING en Ahold aan de schandpaal, omdat zij er, net als als onder meer HEMA, Coolblue en Randstad, niet in slagen om het wettelijk vastgestelde streefcijfer te halen van minstens dertig procent vrouwen in de top. ‘Ik zou me kapot schamen als ik in de leiding van deze bedrijven zat,’ aldus Van Engelshoven.

Bedrijfsresultaten zijn beter bij gemengde teams. Waarom ontbreken vrouwen dan?

Rwanda doet ’t beter

Het excuus dat vrouwen wereldwijd nog een inhaalslag te maken hebben, gaat in dit geval mooi niet op. Tuurlijk, er moet in veel landen nog worden gewerkt aan gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Maar uit de jaarlijkse Gender Gap Index van denktank World Economic Forum (WEF) blijkt dat Nederland op vrijwel alle criteria slechter scoort dan onze buurlanden. Sterker nog: zelfs in unusual suspects als Namibië, Nicaragua, Rwanda en de Filipijnen zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen flink kleiner dan in ons zogeheten liberale kikkerland. ‘Als er al wat vrouwen aan de top bij komen, dan gaan er meestal ook weer wat vrouwen weg,’ zegt Esther-Mirjam Sent, hoogleraar economie aan de Radboud Universiteit en Eerste Kamerlid. ‘Wat mij betreft is het een gemiste kans dat we niet beter gebruik maken van onze vrouwelijke arbeidspotentie. We weten dat bedrijfsresultaten beter uitvallen bij gemengde teams. Helaas is dat binnen het Nederlandse bedrijfsleven niet het geval, wat de vervolgvraag oproept: waarom niet? Als het beter is voor bedrijven, waarom nemen ze dan niet meer vrouwen in de top aan?’

 

Gekleurde seksebril

Er loopt binnen het bedrijfsleven veel stuk op grond van diepgewortelde vooroordelen, aldus professor Sent. ‘De ideale kandidaat is een kloon. Dat is een gegeven. Gaat er een mannelijke CEO weg, dan is de vraag dus niet welke persoon hem kan opvolgen, maar welke mán zijn plaats kan innemen. Er wordt weleens gezegd: “We willen heus wel een vrouw aan de top, maar we doen geen concessies aan de kwaliteit.” Het probleem is dat de beoordeling van die kwaliteit is gekleurd door wat nu de standaard is. Die standaard is de man.’ Dat is slechts een van de hordes die binnen het bedrijfsleven speelt, want ook de beschikbaarheid van vrouwen laat te wensen over. ‘Als een man drie van de tien competenties uit een advertentie heeft, dan vindt hij dat prima en solliciteert hij op de functie. Heeft een vrouw er zeven, dan denkt ze: oei, ik mis er drie, laat ik dat maar niet doen. Vrouwen zijn bescheidener en vinden het bedrijfsleven vaak niet aantrekkelijk, vanwege de mannelijke cultuur waarin vrouwen niet volledig worden gewaardeerd. Daarom zullen ze minder geneigd zijn zich te kandideren.’

Vrouwen zijn bescheidener en vinden het bedrijfsleven vaak niet aantrekkelijk

Vrouwonvriendelijke cultuur

Een sprekend voorbeeld van de nog altijd scheve verhoudingen was een recent incident in de Tweede Kamer. Er was een pittige discussie gaande tussen GroenLinks-Kamerlid Kathalijne Buitenweg en Kamervoorzitter Khadija Arib, waarop CDA-Kamerlid Chris van Dam opmerkte dat ‘je als man nooit tussen twee kibbelende vrouwen moet komen.’ Arib reageerde not amused: ‘Wat is dat nu voor opmerking?’ vroeg ze zich af. ‘Hoezo twee vrouwen?’ Er moest een excuus komen, vonden zowel Buitenweg als Arib: ‘Neem het terug, neem het terug.’ In dit specifieke geval pakte Arib de koe meteen bij de hoorns, maar in veel bedrijven worden dergelijke vrouwonvriendelijke ‘grapjes’ nog altijd oogluikend toegelaten. ‘Dan krijg je een cultuur waarin vrouwen niet graag willen werken,’ aldus Esther-Mirjam Sent. Komt bij dat het ingewikkeld is om een carrière te combineren met een gezinsleven en alle beslommeringen die daarbij horen. In praktische zin, vanwege het regelwerk en gedoe. Maar ook doordat als moeder thuis blijven bij de kinderen in Nederland nog steeds hoog staat aangeschreven.

 

Waar is de mamadag?

Het zit in onze cultuur geworteld dat het vreemd is als een vrouw een fulltime baan aan de top combineert met een gezin. Dat zie je terug in onze maatschappij. Er wordt gesproken over werkende moeders, maar niet over werkende vaders. Je hebt een papadag, maar geen mamadag. We hebben een excuustruus, maar geen excuusguus. De man werkt standaard vijf dagen per week, de vrouw doet het ‘erbij’. Als een moeder op het schoolplein staat, is dat de normaalste zaak van de wereld. Staat er een vader, dan denken we: moet hij niet naar z’n werk? ‘Uit onderzoek blijkt dat bijna negentig procent van de Nederlanders vindt dat vrouwen met jonge kinderen drie dagen of minder zouden moeten werken,’ zegt Suzan Steeman, expert arbeidsmarkt bij vrouwenplatform Women Inc. ‘Twintig procent vindt zelfs dat helemaal stoppen nóg beter zou zijn. Dit gedachtegoed zit er zo ingebakken dat het de carrièrekeuzes van zowel vrouwen als mannen enorm beïnvloedt. Voor een man is het moeilijk om minder te gaan werken dan de gebruikelijke vijf dagen, voor vrouwen is het lastiger om door te stoten naar de top.’

 

Kampioen deeltijdwerken

In vergelijking met andere landen werkt de infrastructuur ook niet bepaald mee. Denk aan: het schamele partnerverlof na de bevalling, kinderen die tussen de middag naar huis worden gestuurd voor een boterham, publieke voorzieningen die om klokslag zes uur ’s avonds de deuren sluiten, dure kinderopvang en ga zo maar door. ‘Deze factoren zorgen ervoor dat Nederlandse vrouwen in vergelijking met andere landen kampioen deeltijdwerken zijn,’ aldus Suzan Steeman. ‘Dat zorgt er weer voor dat de route naar de top hier veel lastiger is dan voor mannen.’ Om die route te vergemakkelijken, geldt in Nederland sinds 2013 een wettelijk streefcijfer voor directies en raden van toezicht in grote bedrijven. In het ideale geval zou in 2020 dertig procent vrouw zijn, maar uit de laatste Bedrijvenmonitor Topvrouwen blijkt dat er op dit moment slechts elf procent vrouwen in raden van bestuur zitten en vijftien procent in raden van commissarissen. Met het huidige groeitempo zou de dertig procent vrouwelijke commissarissen pas in 2024 worden gehaald. Het aantal vrouwelijke bestuurders zou zelfs teruglopen, naar drie procent in 2025.

 

Keihard quotum

Een ‘tandeloze tijger’, dat vindt de commissie achter de Bedrijvenmonitor Topvrouwen van het streefcijfer van dertig procent. Een hard quotum - waar in tegenstelling tot het streefcijfer wél consequenties aan zijn verbonden - zou een veel betere manier zijn om een blijvende verandering op het gebied van vrouwen aan de top te bewerkstelligen. Ook minister Van Engelshoven heeft laten weten dat ze ‘stevige maatregelen’, zoals een quotum, niet zal schuwen als er niet snel (lees: in 2020) meer vrouwen op hooggeplaatste functies komen. Een prima plan, vindt hoogleraar Ester-Mirjam Sent. ‘Ik weet dat het controversieel is, maar ik zie een quotum als de enige manier om vrouwen aan de top te krijgen én te houden. We weten dat vrouwen lager worden gewaardeerd als zij als sollicitanten in de minderheid zijn. En we weten ook dat als minimaal 35 procent van de mensen binnen een bedrijf van een bepaald geslacht is, het er niet meer toe doet of je een man of een vrouw bent. Je sekse staat dan niet meer centraal, maar je kwaliteiten: ben je introvert, geordend, vrolijk? Dát is waar we naartoe willen!’  

 

Werk aan de winkel

Er zijn volgens Sent genoeg vrouwen die aan de top willen werken, maar ze moeten wél de kans krijgen. ‘Bij de vrouwen die niet in een hoge functie willen werken, kunnen we onszelf afvragen: waarom willen ze niet? Een deel van de verklaring zit erin dat ze te bescheiden zijn, een ander deel van de verklaring is dat ze de werkomgeving onaantrekkelijk vinden. Daar moet je als bedrijf ook aandacht aan schenken. Wij hebben op de universiteit lang een wandelclub specifiek voor mannelijke hoogleraren gehad. Dat is toch bizar, zoiets verzin je niet.’ Werk aan de winkel dus, op alle vlakken, want met alléén een quotum komen we er ook niet. ‘Een actief wervingsbeleid is positief, maar het is niet dé oplossing,’ zegt Suzan Steeman. ‘Daarvoor moet het probleem bij de kern worden aangepakt. Dat begint met een cultuurverandering, zodat dat typische deeltijdwerken wordt doorbroken. Daar hoort gelijkwaardig partnerverlof bij, maar bijvoorbeeld ook betere regelingen rondom mantelzorg. Ook moet er meer bewustwording komen over onbewuste vooroordelen aan de top, zodat het kloongedrag aangepakt kan worden.’

 

Hé jij, ijskast

Tegenstanders van een quotum zijn er ook, want is zoiets niet vreselijk rolbevestigend? ‘Absoluut,’ zegt Elske Doets, reisorganisator, Zakenvrouw van het Jaar 2017 en oprichter van de Young Lady Business Academy, waarmee ze jonge vrouwen klaarstoomt voor een topcarrière. ‘Je onderstreept er de zwakheid van vrouwen mee, terwijl we daar juist tegen moeten vechten. Ik kom veel op scholen om lezingen te geven en als je ziet wat voor weerstand de meisjes ontvangen van peers, maar ook van hun docenten... Daar ben ik echt van geschrokken.’ Een opmerking als ‘Leuk dat jij CEO van Shell wilt worden, maar dan gaan de kindjes er niet komen hè,’ klinkt relatief onschuldig, maar kan een enorme rem zetten op de ontwikkeling van meisjes. ‘Ik zie het als mijn taak om te laten zien dat je wél allebei kunt hebben,’ zegt Elske Doets. ‘En dat je dan ook nog steeds een leuke vrouw kunt zijn. Als je als vrouw de top bereikt, denken veel mensen dat je een ijskast bent. Je zult wel over lijken gaan en nooit tijd hebben voor je kinderen, omdat je altijd aan het werk bent. Dat is het beeld dat er van topvrouwen heerst.’

 

Schouders eronder

Om meer vrouwen aan de top te krijgen, is het essentieel dat er meer vrouwelijke rolmodellen komen. Zodat jonge meiden erin gaan geloven dat ook zij op een dag aan het roer kunnen staan bij een Google of Coolblue. ‘Gebrek aan lef is in een groot probleem,’ zegt Elske Doets. ‘Nederlandse vrouwen denken dat al snel dat ze iets niet kunnen of durven, maar tegelijk misgunnen ze het andere vrouwen als zij er wél voor gaan. De jaloezie tussen vrouwen onderling is heftig. Ik ben er al wat meer aan gewend, de halen met die nagels. Maar dat moet echt veranderen.’ Geen tuttig gedoe, de schouders eronder, jonge meiden inspireren en mannen niet in de verdomhoek zetten, maar toenadering zoeken en samenwerken. Dat is in een notendop de visie van Elske Doets. ‘Je kunt wel zeggen: ‘Ik gooi er een quotum tegenaan, want dat werkte in Zweden ook,’ maar vrouwen waren daar nodig om het land economisch draaiende te houden. Dat was emancipatie uit noodzaak. Hier zitten vrouwen te veel in hun comfort, terwijl maar veertig procent financieel onafhankelijk is. Er is dus nog een wereld te winnen.’

Facts & figures


Nederlandse vrouwen werken gemiddeld 26 uur tegenover mannen die gemiddeld 36 uur werken.


Van alle beursgenoteerde bedrijven valt er niet eentje binnen de
30 procent-norm


In 2012 bestonden de Nederlandse raden van commissarissen voor 10% uit vrouwen, nu voor 15%


74% van de Nederlandse vrouwen werkt in deeltijd tegen 31% gemiddeld in de EU


Ruim 40% van de vrouwen gaat na de geboorte van het eerste kind minder werken of stopt


 Vaders werken gemiddeld 40 uur per week, voor en na de geboorte van hun kinderen.


Vrouwen nemen  keer zo veel zorg op zich als mannen



Wist je dat… De leukste feiten en cijfers

Vrouwenquotum: yay or nay

8/15
Loading ...